Omnibusverordening: Essentiële informatie en implicaties
Op 26 februari 2025 introduceerde de Europese Commissie het ‘Omnibus Simplification Package‘. Dit voorstel beoogt de bestaande duurzaamheidsregels te vereenvoudigen en de concurrentiepositie van Europese bedrijven te versterken. Het is belangrijk te benadrukken dat dit nog slechts een voorstel betreft dat is aangenomen door de Europese Commissie, maar nog goedkeuring vereist van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie.
De 10 belangrijkste vragen over Omnibus beantwoord
-
Wat is de EU Omnibusverordening?
De EU Omnibusverordening betreft een pakket voorstellen van de Europese Commissie gericht op het vereenvoudigen van bestaande duurzaamheidswet- en regelgeving. Dit omvat onder meer de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD) en de EU-taxonomieverordening. Het primaire doel is de vermindering van administratieve lasten voor bedrijven en het versterken van de concurrentiekracht van Europese ondernemingen.
-
Welke wijzigingen brengt de Omnibusverordening met zich mee voor de CSRD?
Een significante wijziging is dat uitsluitend bedrijven met meer dan 1.000 werknemers (in combinatie met een omzet van meer dan 50 miljoen euro of een balanstotaal van meer dan 25 miljoen euro) verplicht worden om te voldoen aan de CSRD en de EU-taxonomiestandaarden. Dit resulteert erin dat ongeveer 80% van de bedrijven niet langer aan deze rapportageverplichtingen hoeven te voldoen.
-
Wordt de CSRD uitgesteld?
Ja, de implementatie van de CSRD wordt uitgesteld tot 2028 voor bedrijven die voorheen niet onder de verplichtingen vielen. Dit biedt organisaties aanvullende tijd om zich adequaat voor te bereiden op de rapportage-eisen. Het is echter belangrijk te noteren dat bedrijven die reeds onder de eerste fase van de CSRD vielen (grote beursgenoteerde bedrijven) nog steeds dienen te rapporteren volgens de bestaande tijdlijnen (in 2025 over 2024).
-
Wat zijn de gevolgen voor kleine en middelgrote ondernemingen (MKB)?
MKB-bedrijven krijgen de mogelijkheid om te weigeren gegevens te verstrekken die grotere bedrijven behoeven voor hun CSRD-rapportages. Dit vermindert de administratieve druk op kleinere bedrijven aanzienlijk.
De uitvraag die grotere bedrijven doen bij de kleinere bedrijven wordt beperkt tot het VSME. Het VSME zal dus de leidraad worden voor het MKB. Het VSME is gebaseerd op het ESRS, maar gaat minder diep op de informatie in. Met andere woorden het is een beknopte variant van het ESRS.
-
Hoe worden sectorspecifieke rapportage-eisen aangepast?
De Omnibusverordening schrapt de sectorspecifieke standaarden binnen de CSRD en de EU-taxonomie, en deze worden niet verder ontwikkeld. Bijgevolg hoeven bedrijven minder gedetailleerde en specifieke gegevens aan te leveren over hun duurzame activiteiten, wat resulteert in een eenvoudigere en minder tijdrovende rapportage.
-
Wat verandert er in de CSDDD door de Omnibusverordening?
De implementatie van de CSDDD wordt uitgesteld tot medio 2028. Daarnaast worden de due diligence-verplichtingen beperkt tot directe leveranciers, en wordt de frequentie van toeleveringsketenevaluaties verlaagd naar eens per vijf jaar in plaats van jaarlijks.
-
Hoe beïnvloedt de Omnibusverordening de EU-taxonomieverordening?
De Omnibusverordening streeft naar een verbeterde afstemming tussen de EU-taxonomieverordening en andere duurzaamheidsrichtlijnen, zoals de CSRD en de CSDDD. Dit om dubbele rapportage te voorkomen en de complexiteit te reduceren. Specifiek maakt het Omnibus-pakket Taxonomie-rapportage optioneel voor grote bedrijven met meer dan 1.000 medewerkers en een omzet tot 450 miljoen euro, waardoor vele bedrijven niet langer verplicht zijn te rapporteren.
De rapportage zelf wordt ook vereenvoudigd, met 70% minder datapunten en versimpelingen, met name in de Climate and Environmental Delegated Acts. Banken ontvangen meer flexibiliteit bij hun Green Asset Ratio (GAR). Ten slotte verzoekt de Commissie om suggesties ter vereenvoudiging van de milieuregels.
-
Wat zijn de reacties op de Omnibusverordening?
Hoe reageren de EU Lidsstaten?
Er bestaan verdeeldheden tussen EU-lidstaten betreffende de voorgestelde wijzigingen. Spanje en Italië pleiten voor het handhaven van bepaalde duurzaamheidsregels, terwijl Duitsland en Frankrijk aandringen op uitstel en versoepeling van deze regels.
Nederland heeft zich tot op heden gericht op een één-op-één implementatie van de CSRD in de nationale wetgeving. Het transpositieproces is echter nog niet voltooid, en de Nederlandse regering heeft aangegeven de ontwikkelingen rondom de Omnibusverordening nauwlettend te volgen alvorens verdere stappen te ondernemen.
Hoe reageren Europese bedrijven?
Gemengde reacties op het Omnibus Simplification Package
De recente introductie van het Omnibus Simplification Package door de Europese Commissie heeft uiteenlopende reacties teweeggebracht binnen het Europese bedrijfsleven. Deze verordening, die bestaande duurzaamheidsregels beoogt te vereenvoudigen, wordt door verschillende sectoren en landen op eigen wijze geïnterpreteerd en beoordeeld.
Grote ondernemingen: zowel opluchting als bezorgdheid
Grote multinationals die al substantiële investeringen hebben gedaan in duurzaamheidsrapportage, tonen gemengde gevoelens. Enerzijds verwelkomen zij de vereenvoudiging van rapportagevereisten en de vermindering van het aantal verplichte datapunten. Business Europe, de invloedrijke Europese werkgeversorganisatie, heeft het initiatief geprezen als “een noodzakelijke stap om de concurrentiepositie van Europese bedrijven te verbeteren.”
Anderzijds maken sommige voorlopers op het gebied van duurzaamheid zich zorgen dat de versoepeling van de regels hun eerdere investeringen in geavanceerde rapportagesystemen devalueert. “We hebben miljoenen geïnvesteerd in onze duurzaamheidsrapportage om aan de CSRD te voldoen. Deze plotselinge koerswijziging schept onzekerheid,” aldus een CEO van een grote Europese retailketen.
Middelgrote ondernemingen herademen
Middelgrote ondernemingen, die voorheen aanzienlijke bezwaren hadden geuit over de administratieve lasten van de CSRD, reageren overwegend positief. De nieuwe drempel van 1.000 werknemers betekent voor veel van deze bedrijven een aanzienlijke administratieve verlichting.
De European Medium Enterprise Alliance spreekt van “een rationele correctie op een overambitieuze regelgeving.” Hun woordvoerder benadrukt: “Dit geeft onze leden de mogelijkheid om duurzaamheid te implementeren op een manier die past bij hun schaal en capaciteiten, zonder verstikkende rapportageverplichtingen.”
Sectorale verschillen in reacties
Financiële sector: Banken en financiële instellingen tonen enige terughoudendheid, aangezien zij reeds vergaande implementatietrajecten hadden gestart om aan de Green Asset Ratio-vereisten te voldoen. Desondanks verwelkomen zij de toegenomen flexibiliteit in taxonomie-rapportage.
Industriële sector: Productiebedrijven, met name in energie-intensieve industrieën, uiten opvallend veel steun voor de vereenvoudigingen. De Europese industriële koepelorganisaties spreken van “een welkome erkenning van de competitieve druk waaronder Europese producenten staan.”
Technologiesector: Technologiebedrijven reageren relatief neutraal, mede omdat veel van hen al uit eigen beweging duurzaamheidsrapportages publiceren om aan de verwachtingen van klanten en investeerders te voldoen.
Duurzaamheidsprofessionals zoeken nieuwe richting
Voor duurzaamheidsprofessionals binnen bedrijven betekent de Omnibusverordening een heroriëntatie van hun werkzaamheden. “Wij moeten nu nog duidelijker de business case voor duurzaamheid maken, los van wettelijke verplichtingen,” stelt Pascal Bouwman, directeur van Robin Good.
De European Sustainability Professionals Association merkt op dat hun leden zich meer zullen moeten richten op waardecreatie en minder op compliance. “Dit is misschien een zegen in vermomming,” stelt hun voorzitter. “Het dwingt ons om duurzaamheid terug te brengen naar waar het om draait: échte impact maken in plaats van vakjes aanvinken.”
Investeerders houden vast aan duurzaamheidseisen
Ondanks de wettelijke versoepeling geven grote institutionele beleggers aan dat zij hun eisen op het gebied van ESG-rapportage zullen handhaven. “De regelgeving verandert misschien, maar onze informatiebehoefte niet,” aldus een vertegenwoordiger van een groot Europees pensioenfonds.
Eurosif, de Europese koepelorganisatie voor duurzame beleggingen, heeft opgeroepen tot voorzichtigheid: “Het risico bestaat dat we in een lappendeken van vrijwillige standaarden terechtkomen, wat de vergelijkbaarheid van duurzaamheidsinformatie ondermijnt.”
-
Wat zijn de volgende stappen voor de Omnibusverordening?
De voorstellen van de Europese Commissie dienen te worden goedgekeurd door het Europees Parlement en de EU-lidstaten voordat ze in werking kunnen treden. Dit proces kan enige tijd in beslag nemen en kan resulteren in verdere aanpassingen van de voorgestelde maatregelen. De verwachting is dat dit hele proces van goedkeuring zeker zes maanden zal duren, maar dit kan oplopen tot een jaar of meer.
Vreemd genoeg heeft de Europese Commissie niets opgenomen in het voorstel over hoe om te gaan met de rapportageplicht gedurende deze periode. Feitelijk gezien blijft de bestaande wet van kracht dus. Daarbij is te verwachten dat handhaving niet aan de orde zal zijn.
-
Wat is het advies om nu te doen?
Hoewel de regels rondom de CSRD waarschijnlijk worden aangepast en/of uitgesteld, blijft duurzaamheid een cruciaal en strategisch onderwerp voor bedrijven. De belangrijkste adviezen zijn:
- Continueer je inspanningen – De CSRD blijft de standaard voor transparante en betrouwbare duurzaamheidsrapportages, ongeacht of de verplichting voor je bedrijf geldt. Grotere bedrijven zullen blijven rapporteren volgens de CSRD-standaard (zie ook punt 3). Ook de EU benadrukt haar voortdurende ondersteuning van de CSRD-richtlijn, ongeacht of deze verplicht is.
- Bouw voort op de reeds gezette stappen – Veel organisaties hebben al tijd en middelen geïnvesteerd in het proces, wat ongetwijfeld nieuwe inzichten en energie heeft opgeleverd binnen je organisatie. Vaak blijkt dat bedrijven door de CSRD een andere kijk op hun bedrijfsvoering hebben ontwikkeld.
- Gebruik het VSME – Het VSME is dé perfecte tussenweg om mee door te gaan. Het bevat aanzienlijk minder datapunten, maar helpt jouw organisatie toch te begrijpen wat de ESG gerelateerde kansen en risico zijn.
- Focus op materiele thema’s – Wanneer de CSRD verplichting is weggevallen, geeft dat de ruimte om aan de slag te gaan met de voor jou materiele thema’s. De dubbele materialiteitsanalyse blijft dus de basis voor jouw ESG ambities en activiteiten.
- Durf te kiezen – Onder de CSRD viel ons op dat bedrijven relatief veel thema’s hadden waarmee ze aan de slag zouden gaan. Gebruik de ruimte die is ontstaan om de keuzes die je maakt aan te laten sluiten bij jouw organisatie. Durf te zeggen dat je een thema belangrijk (materieel) vind, naar dat je er voor kiest om eerst met andere thema’s aan de slag te gaan. Transparantie en echte impact is immers belangrijker dan compliancy.
- ESG blijft prioritair – ESG is nog nooit zo belangrijk geweest voor klanten, investeerders en ketenpartners. De vraag naar betrouwbare duurzaamheidsinformatie neemt alleen maar toe, waardoor het onverstandig zou zijn nu te stoppen.
- Maak je organisatie toekomstbestendig – De vraag over jouw ESG ambitie en activiteiten zal vroeg of laat komen (als deze er niet al is). Is het niet vanuit een klant, dan wel vanuit financiële hoek of je eigen medewerkers. En hoe de uitkomst van het Omnibus voorstel ook uitpakt, als je het hierboven genoemd advies volgt, ben je er zeker van dat je er klaar voor bent. Maak je organisatie klaar dus klaar voor de toekomst.
Toekomstverwachtingen
Terwijl de Omnibusverordening nog door het wetgevingsproces gaat, bereiden bedrijven zich voor op verschillende scenario’s. Marktanalisten verwachten dat:
- Grote beursgenoteerde bedrijven waarschijnlijk hun huidige niveau van duurzaamheidsrapportage zullen handhaven, ongeacht de wettelijke versoepeling.
- Middelgrote ondernemingen selectiever zullen worden in hun rapportage, met een focus op aspecten die direct relevant zijn voor hun stakeholders.
- De markt zelf waarschijnlijk nieuwe, vrijwillige standaarden zal ontwikkelen om de behoefte aan vergelijkbare duurzaamheidsinformatie te vervullen.
Wil je persoonlijk advies over wat de Omnibusverordening specifiek voor jouw onderneming betekent? Neem contact met ons op voor een vrijblijvend strategiegesprek waarin we samen een praktische, kostenefficiënte en impactvolle ESG-aanpak ontwikkelen – volledig afgestemd op jouw bedrijfsdoelstellingen en marktpositie.